Summary
Dutch
Detailed Translations for zeemden from Dutch to English
zemen:
-
zemen
Conjugations for zemen:
o.t.t.
- zeem
- zeemt
- zeemt
- zemen
- zemen
- zemen
o.v.t.
- zeemde
- zeemde
- zeemde
- zeemden
- zeemden
- zeemden
v.t.t.
- heb gezeemd
- hebt gezeemd
- heeft gezeemd
- hebben gezeemd
- hebben gezeemd
- hebben gezeemd
v.v.t.
- had gezeemd
- had gezeemd
- had gezeemd
- hadden gezeemd
- hadden gezeemd
- hadden gezeemd
o.t.t.t.
- zal zemen
- zult zemen
- zal zemen
- zullen zemen
- zullen zemen
- zullen zemen
o.v.t.t.
- zou zemen
- zou zemen
- zou zemen
- zouden zemen
- zouden zemen
- zouden zemen
diversen
- zeem!
- zeemt!
- gezeemd
- zemend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zemen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
chammy | zeem; zeemlap; zeemleder; zeemleer | |
chamois | zeem; zeemlap; zeemleder; zeemleer | |
leather | leder; leer; varkenshuid; varkensleer | |
shammy | zeem; zeemlap; zeemleder; zeemleer | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
clean | zemen | bergen; opruimen; reinigen; schonen; schoonmaken; schoonpoetsen; uitwassen; wassen; zuiveren |
wipe | zemen | uitgommen; uitvegen; uitvlakken; uitwissen; vlakken; wegvegen; wissen |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
chammy | zeemleren; zemen | |
chamois | zeemleren; zemen | |
clean | deugdzaam; eerzaam; gewoonweg; gladweg; hygienisch; kuis; net; netjes; opgeruimd; ordelijk; proper; rein; ronduit; schoon; zedig; zindelijk; zuiver | |
leather | leder; lederen | |
shammy | zeemleren; zemen |