Home ->Dictionaries ->Dutch/English ->Translate zegens

Translate zegens from Dutch to English

Summary

Dutch to English: more detail...

zegens:
- blessings
zegen:
- blessing; benediction; boon
Wiktionary:
- zegen → boon, blessing, seine
- zegen → blessing

Dutch

Detailed Translations for zegens from Dutch to English

zegens:

zegens [de ~] noun, plural

de zegens
the blessings
- blessings [the ~] noun

Translation Matrix for zegens:

Noun	Related Translations	Other Translations
blessings	zegens	heilwensen; zegenwensen

Related Words for "zegens":

zegen

zegens form of zegen:

zegen [de ~ (m)] noun, plural

de zegen (voorspoed; zegening; zaligheid; gezegende toestand; heil; zegenen)
the blessing; the benediction; the boon
- blessing [the ~] noun
- benediction [the ~] noun
- boon [the ~] noun
de zegen (voorspoed; zegening; heil; zegenen; gezegende toestand; wijding)
the blessing
- blessing [the ~] noun

Translation Matrix for zegen:

Noun	Related Translations	Other Translations
benediction	gezegende toestand; heil; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening	heildronk; heilwens; toost
blessing	gezegende toestand; heil; voorspoed; wijding; zaligheid; zegen; zegenen; zegening	heiliging; heilwens; wijding; zegening
boon	gezegende toestand; heil; voorspoed; zaligheid; zegen; zegenen; zegening	dienst; gunst

Related Words for "zegen":

zegenen, zegens

Wiktionary Translations for zegen:

zegen

noun

A blessing or benefit
- boon → zegen; voordeel
good fortune
- blessing → zegen
divine or supernatural aid or reward
- blessing → zegen
fishing net
- seine → zegen

Cross Translation:

From	To	Via
• zegen	→ blessing	↔ Segen — rituell geäußerter Wunsch um Gottes Gnade/Beistand für jemanden oder etwas