Dutch

Detailed Translations for zetwerk from Dutch to English

zetwerk:

zetwerk [het ~] noun

  1. het zetwerk (zetten; zetsels)
    the mounting; the setting; the composing work; the type setting; the placing; the printing work; the composing

Translation Matrix for zetwerk:

NounRelated TranslationsOther Translations
composing zetsels; zetten; zetwerk bereiden; klaarmaken
composing work zetsels; zetten; zetwerk
mounting zetsels; zetten; zetwerk filmmontage; kader; lijst; montage; montering; omlijsting; raam; rand; scheepsaffuit
placing zetsels; zetten; zetwerk classificatie; karakterisering; klassement; klassering; typering
printing work zetsels; zetten; zetwerk
setting zetsels; zetten; zetwerk instelling; juweel zetting; zetting
type setting zetsels; zetten; zetwerk
VerbRelated TranslationsOther Translations
placing deponeren; neerleggen
ModifierRelated TranslationsOther Translations
mounting klimmend; omhooggaand; oplopend; oprijzend; rijzend; stijgend; toenemend; verheffend

External Machine Translations: