Verb | Related Translations | Other Translations |
accumulate
|
accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen
|
aangroeien; accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; ophopen; opkroppen; opstapelen; stapelen; verenigen; verzamelen; zich vermeerderen
|
heap up
|
accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen
|
accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; op iets laden; opeenhopen; opladen; opstapelen; stapelen
|
mount up
|
accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen
|
accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen
|
pile up
|
accumuleren; zich ophopen; zich opstapelen
|
accumuleren; hopen; op elkaar stapelen; op elkaar zetten; opeenhopen; opstapelen; stapelen
|