Summary
Dutch
Detailed Translations for zwervend from Dutch to English
zwervend:
Translation Matrix for zwervend:
Noun | Related Translations | Other Translations |
roaming | roaming | |
tramping | gestamp; getrappel | |
wandering | afdwalen; afdwaling; dwaaltocht; dwaling; omzwerving; zwerftocht | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
wandering | zwervend | dwalend |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
roaming | zwervend | |
tramping | zwervend |
zwerven:
-
zwerven (omzwerven)
-
zwerven (rondreizen; reizen; trekken)
-
zwerven (rondzwerven; aan de zwerf zijn)
Conjugations for zwerven:
o.t.t.
- zwerf
- zwerft
- zwerft
- zwerven
- zwerven
- zwerven
o.v.t.
- zwierf
- zwierf
- zwierf
- zwierven
- zwierven
- zwierven
v.t.t.
- heb gezworven
- hebt gezworven
- heeft gezworven
- hebben gezworven
- hebben gezworven
- hebben gezworven
v.v.t.
- had gezworven
- had gezworven
- had gezworven
- hadden gezworven
- hadden gezworven
- hadden gezworven
o.t.t.t.
- zal zwerven
- zult zwerven
- zal zwerven
- zullen zwerven
- zullen zwerven
- zullen zwerven
o.v.t.t.
- zou zwerven
- zou zwerven
- zou zwerven
- zouden zwerven
- zouden zwerven
- zouden zwerven
diversen
- zwerf!
- zwerft!
- gezworven
- zwervend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for zwerven:
Noun | Related Translations | Other Translations |
hike | dwaaltocht; expeditie; kuier; loopje; mars; omloop; ommetje; omzwerving; reis; rit; tocht; tochtje; toer; trektocht; uitje; voetreis; voettocht; wandeling; wandeltocht; zwerftocht | |
travel | reis | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
hike | reizen; rondreizen; trekken; zwerven | |
roam | aan de zwerf zijn; omzwerven; rondzwerven; zwerven | dolen; roamen; ronddwalen; waren; zwalken |
rove | omzwerven; zwerven | |
travel | reizen; rondreizen; trekken; zwerven | afleggen; afreizen; heengaan; meters maken; verdwijnen; verlaten; wegreizen; wegtrekken |
travel about | reizen; rondreizen; trekken; zwerven | bereizen; rondtrekken |
wander | aan de zwerf zijn; rondzwerven; zwerven | dwalen; om zich heen kijken; rondkijken; rondneuzen; rondscharrelen; rondsnuffelen; struinen; zwalken |
wander about | omzwerven; zwerven | ronddolen; rondtrekken; rondzwerven |
Related Definitions for "zwerven":
Wiktionary Translations for zwerven:
zwerven
zwerven
Cross Translation:
verb
-
wander freely
-
to wander from a line, rule or duty
-
to move without purpose or destination
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• zwerven | → roam; wander; stray | ↔ errer — vaguer de côté et d’autre, aller çà et là. |
• zwerven | → prowl | ↔ rôder — errer avec un air suspect. |
• zwerven | → roam; wander; stray | ↔ vaguer — errer çà et là, aller de côté et d’autre à l’aventure. |