Summary
Dutch to English:   more detail...
  1. zwoel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for zwoeler from Dutch to English

zwoel:

zwoel adj

  1. zwoel (benauwd; broeierig)

Translation Matrix for zwoel:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
muggy benauwd; broeierig; zwoel bedompt; benauwd; drukkend; muf
stuffy benauwd; broeierig; zwoel bedompt; benauwd; drukkend; muf; stoffig
sultry benauwd; broeierig; zwoel bedompt; benauwd; drukkend; muf
sweltering benauwd; broeierig; zwoel bedompt; benauwd; broeiend; drukkend; muf

Related Words for "zwoel":

  • zwoelheid, zwoeler, zwoelere, zwoelst, zwoelste, zwoele

Wiktionary Translations for zwoel:

zwoel
adjective
  1. vochtig warm, drukkend, benauwd
  2. zinnelijk, erotisch sensueel

Cross Translation:
FromToVia
zwoel hot; humid schwüldas Wetter und die Luft betreffend: unangenehm heiß und feucht
zwoel erotic; racy; risqué érotique — Qui appartenir, qui a rapport à l’amour, qui en procéder.
zwoel oppressive; sultry; airless; stiffling; stuffy étouffant — Qui faire que l’on étouffer.