Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. gelag:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for gelag from Dutch to Spanish

gelag:

gelag [het ~] noun

  1. het gelag
    la consumición; el banquete; el festín

Translation Matrix for gelag:

NounRelated TranslationsOther Translations
banquete gelag banket; eetcafé; eetgelegenheid; eethuis; eethuisje; feestdiner; feestdis; feestmaal; galadiner; restaurant; restauratie; smulpartij; souper
consumición gelag consumptie; verbruik
festín gelag feest; festijn; gesmul; partij; partijtje; party; slemppartij; smulpartij; vreetfestijn

Wiktionary Translations for gelag:

gelag
noun
  1. het geheel van genoten consumpties