Summary
Dutch
Detailed Translations for stoel from Dutch to Spanish
stoel:
Translation Matrix for stoel:
Noun | Related Translations | Other Translations |
asiento | crapaud; gestoelte; stoel; zetel | bank; bezinksel; bijeenkomst; boeking; boekstuk; bril; dik; drab; droesem; fauteuil; gestoelte; grondsop; inschrijving; locatie; luie stoel; makkelijke stoel; manifestatie; moer; plaats; plek; samenkomst; troon; vergadering; zetel; zetsel; zitbank; zitplaats; zitting |
asiento delantero | crapaud; gestoelte; stoel; zetel | voorbank |
butaca | crapaud; gestoelte; stoel; zetel | bank; fauteuil; ligstoel; luie stoel; makkelijke stoel; ruststoel; slaapstoel; zitbank; zitplaats |
silla | crapaud; gestoelte; stoel; zetel | bank; dakstoel; zadel; zitbank; zitplaats |
sillón | crapaud; gestoelte; stoel; zetel | bank; canapé; fauteuil; gestoelte; leunstoel; luie stoel; makkelijke stoel; sofa; troon; zetel; zitbank; zitplaats |
Related Words for "stoel":
Related Definitions for "stoel":
stoelen:
-
de stoelen (zetels)
Translation Matrix for stoelen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
asientos | stoelen; zetels | banken; barkrukken; knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers; zitbanken; zitjes; zitplaatsen |
butacas | stoelen; zetels | banken; stalles; zitbanken; zitplaatsen |
sillones | stoelen; zetels | banken; barkrukken; knoppen; nieuwe twijgen; scheuten; uitlopers; zitbanken |
Related Words for "stoelen":
External Machine Translations: