Summary
Dutch
Detailed Translations for ambt from Dutch to Spanish
ambt:
-
het ambt (betrekking; functie)
-
het ambt (professie; beroep)
Translation Matrix for ambt:
Noun | Related Translations | Other Translations |
cargo | ambt; betrekking; functie | aantijging; ambacht; arbeid; belading; beschuldiging; bezigheid; cargo; inlading; inscheping; insinuatie; inspanning; karrenvracht; lading; last; taak; vak; verdachtmaking; vracht; vrachtgoed; werk; werkzaamheid |
función | ambt; betrekking; functie | arbeid; baantje; bezigheid; functie; happening; hobby; job; karwei; performance; show; voorstelling |
oficio | ambt; betrekking; functie | departement; godsdienstoefening; godsdienstplechtigheid; ministerie |
profesión | ambt; beroep; professie | ambacht; beroep; beroepsgroep; branche; broodwinning; kostwinning; metier; métier; stiel; vak; werk |
puesto | ambt; betrekking; functie | arbeidsplaats; kraam; kraampje; locatie; plaats; plek; raadszetel; stalletje; stand; standoord |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
puesto | corpulent; dik; gelegd; gezet; lijvig; opgezet dier; zwaarlijvig |
Related Words for "ambt":
Wiktionary Translations for ambt:
ambt
Cross Translation:
noun
-
officiële betrekking
- ambt → oficio
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ambt | → empleo | ↔ emploi — usage qu’on fait de quelque chose. |
• ambt | → función; cargo; oficio; empleo | ↔ fonction — Activité qui tend à un but précis |
• ambt | → servicio; almacén; depósito; cargo; función; oficio; empleo | ↔ office — Fonction, emploi |
• ambt | → servicio | ↔ service — état, fonctions, devoirs de quelqu’un qui servir une personne ou une collectivité. |