Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. aftappen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aftappen from Dutch to Spanish

aftappen:

aftappen verb (tap af, tapt af, tapte af, tapten af, afgetapt)

  1. aftappen (tappen)

Conjugations for aftappen:

o.t.t.
  1. tap af
  2. tapt af
  3. tapt af
  4. tappen af
  5. tappen af
  6. tappen af
o.v.t.
  1. tapte af
  2. tapte af
  3. tapte af
  4. tapten af
  5. tapten af
  6. tapten af
v.t.t.
  1. heb afgetapt
  2. hebt afgetapt
  3. heeft afgetapt
  4. hebben afgetapt
  5. hebben afgetapt
  6. hebben afgetapt
v.v.t.
  1. had afgetapt
  2. had afgetapt
  3. had afgetapt
  4. hadden afgetapt
  5. hadden afgetapt
  6. hadden afgetapt
o.t.t.t.
  1. zal aftappen
  2. zult aftappen
  3. zal aftappen
  4. zullen aftappen
  5. zullen aftappen
  6. zullen aftappen
o.v.t.t.
  1. zou aftappen
  2. zou aftappen
  3. zou aftappen
  4. zouden aftappen
  5. zouden aftappen
  6. zouden aftappen
diversen
  1. tap af!
  2. tapt af!
  3. afgetapt
  4. aftappende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

aftappen [znw.] noun

  1. aftappen
    el extraer

Translation Matrix for aftappen:

NounRelated TranslationsOther Translations
extraer aftappen pull
VerbRelated TranslationsOther Translations
extraer aftappen; tappen afwisselen; concipiëren; extraheren; gewinnen; herzien; lenen; loskrijgen; losmaken; lostornen; ontlenen; pull; tornen; uithalen; uitpakken; uittrekken; veranderen; verwisselen; wijzigen
interceptar aftappen; tappen afvangen; onderscheppen; ondervangen; onderweg opvangen; opvangen
sacar aftappen; tappen aanrekenen; aanwrijven; afzetten; berispen; beschuldigen; blameren; eruit nemen; extraheren; gispen; hozen; kennis opdoen; laken; laten zien; leeghozen; leren; lichten; loshalen; loskrijgen; losmaken; lostornen; meekrijgen; meepikken; naar boven trekken; naar buiten halen; nadragen; nijpen; omhoog rukken; omhoog trekken; oppikken; opspelen; opspelen kaartspel; opsteken; pop-bewerking uitvoeren; te voorschijn halen; tevoorschijn brengen; tevoorschijn halen; tevoorschijn trekken; tornen; uithalen; uitscheppen; uittrekken; verwijten; voor de dag halen; voor de voeten gooien; voorhouden
servir del barril aftappen; tappen biertappen; tappen

Wiktionary Translations for aftappen:


Cross Translation:
FromToVia
aftappen intervenir tap — to intercept communication
aftappen drenar drainer — agri|fr débarrasser un terrain de l’excès d’humidité au moyen de drains ou de canaux de drainage.