Dutch
Detailed Translations for parachute from Dutch to Spanish
parachute:
-
de parachute (valscherm)
el paracaídas
Translation Matrix for parachute:
Noun | Related Translations | Other Translations |
paracaídas | parachute; valscherm | valschermen |
Related Words for "parachute":
Wiktionary Translations for parachute:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• parachute | → paracaídas | ↔ parachute — dispositif servant à ralentir la chute |
Spanish
Detailed Translations for parachute from Spanish to Dutch
parachute: (*Using Word and Sentence Splitter)
- para: voor; daarvoor; ervoor; naar; toe; naar toe; ertoe
- chute: schot; tussenschot; beschot; tussenmuur; hek; afscheiding; hekwerk; tussenmuurtje
- parar: opgeven; staken; uitscheiden; ermee uitscheiden; verblijven; stoppen; afsluiten; eindigen; beëindigen; ophouden; een einde maken aan; tegenhouden; remmen; stopzetten; halt houden; tot staan brengen; tegenwerken; dwarsbomen; dwarsliggen; afzetten; stilzetten; tot stilstand brengen; afwenden; afwentelen; afzeggen; afvallen; afzien van; afhaken; weghouden; eruitstappen; weren; spieken; afweren; afkijken; pareren; ergens zijn; zich ophouden; doen stoppen
- parir: bevallen; voortbrengen; baren; ter wereld brengen; jongen; werpen; kweken; fokken; opfokken; jongen krijgen; kalven; kalveren werpen
- pararse: inhouden; stoppen; stilstaan; blijven staan; stilhouden; halt houden; tegenhouden; ophouden; remmen; stopzetten; halthouden; tot staan brengen; stil staan; tot stilstand komen