Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: schraperigheid

Dutch and Spanish Translation Search Results for schraperigheid

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

schraperigheid:
- codicia; avaricia; avidez; mezquindad; tacañería; roña; mezquinidad; cicatería; roñosería
schraperig:
- avaro; agarrado; exiguo; delgaducho; cáustico; avariento; perseverante; frugal
Wiktionary:
- schraperigheid → tacaño, avaricia
- schraperig → avaro, avaricioso

Dutch

Detailed Translations for schraperigheid from Dutch to Spanish

schraperigheid:

schraperigheid [de ~ (v)] noun

de schraperigheid (schraapzucht)
la codicia; la avaricia; la avidez; la mezquindad; la tacañería; la roña; la mezquinidad; la cicatería; la roñosería
- codicia [la ~] noun
- avaricia [la ~] noun
- avidez [la ~] noun
- mezquindad [la ~] noun
- tacañería [la ~] noun
- roña [la ~] noun
- mezquinidad [la ~] noun
- cicatería [la ~] noun
- roñosería [la ~] noun

Translation Matrix for schraperigheid:

Noun	Related Translations	Other Translations
avaricia	schraapzucht; schraperigheid	geldzucht; gier; gierigheid; gretigheid; hebberigheid; hebgier; hebzucht; krenterigheid; vloeibare mest; vrekkigheid
avidez	schraapzucht; schraperigheid	gier; gierigheid; gretigheid; hebberigheid; hebzucht; inhaligheid; krenterigheid; vloeibare mest; vrekkigheid
cicatería	schraapzucht; schraperigheid
codicia	schraapzucht; schraperigheid	gier; gierigheid; gretigheid; hebberigheid; hebzucht; krenterigheid; vloeibare mest; vrekkigheid
mezquindad	schraapzucht; schraperigheid	armzaligheid; bekrompenheid; benepenheid; beperktheid; burgerlijkheid; eenzijdigheid; geborneerdheid; karigheid; kleingeestigheid; kleinhartigheid; kleinheid; kleinzieligheid; lafheid; poverheid; schamelheid; schraalheid
mezquinidad	schraapzucht; schraperigheid	schrielheid
roña	schraapzucht; schraperigheid	schurft
roñosería	schraapzucht; schraperigheid
tacañería	schraapzucht; schraperigheid	schrielheid

Related Words for "schraperigheid":

schraperig

Wiktionary Translations for schraperigheid:

Cross Translation:

From	To	Via
• schraperigheid	→ tacaño; avaricia	↔ Geiz — heftiger Unwille etwas abzugeben

schraperig:

schraperig adj

schraperig (vrekkig; gierig; krenterig; inhalig)
avaro; agarrado; exiguo; delgaducho; cáustico; avariento; perseverante; frugal
- avaro adj
- agarrado adj
- exiguo adj
- delgaducho adj
- cáustico adj
- avariento adj
- perseverante adj
- frugal adj

Translation Matrix for schraperig:

Noun	Related Translations	Other Translations
avaro		geldwolf; gierigaard; gladakker; knibbelaar; krent; krentenweger; oppotter; schraper; vrek
Modifier	Related Translations	Other Translations
agarrado	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
avariento	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig
avaro	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig	bits; kattig; pinnig; spinnig
cáustico	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig	bijtend; bijtende; bits; bitter teleurgesteld; doordringend; fel; felle; gemeen; inbijtend; invretend; inwerkend; kattig; met sarcasme; onderdrukt; opgekropt; pinnig; sarcastisch; scherp; spinnig; verbeten; verbitterd; verkropt; vlijmend; vlijmscherp
delgaducho	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig	berooid; broodmager; dun; fijn; fijngebouwd; geen vet op de botten hebbende; iel; karig; lang en dun; mager; pover; rank; schraal; schriel; slank; spichtig; sprieterig; tenger; uitgemergeld; uitgeteerd
exiguo	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig	arm; bekaaid; dor; droog; dun; er bekaaid afkomen; geen vet op de botten hebbende; iel; inferieur; luttel; mager; minderwaardig; ondermaats; ondeugdelijk; pover; schamel; schraal; schriel; slecht; tweederangs; weinig; zwak
frugal	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig	dun; frugaal; geen vet op de botten hebbende; iel; mager; schraal; schriel
perseverante	gierig; inhalig; krenterig; schraperig; vrekkig	aanhoudend; hardnekkig; onverdroten; volhoudend; voortdurend

Related Words for "schraperig":

schraperigheid, schraperige

Wiktionary Translations for schraperig:

Cross Translation:

From	To	Via
• schraperig	→ avaro	↔ avare — Qui a un désir excessif d’accumuler.
• schraperig	→ avaricioso; avaro	↔ avaricieux — Qui est d’une avarice mesquine.