Dutch

Detailed Translations for nonchalant from Dutch to Spanish

nonchalant:


Translation Matrix for nonchalant:

VerbRelated TranslationsOther Translations
dejado opzijzetten
ModifierRelated TranslationsOther Translations
dejado nonchalant afgezet; afgezonderd; desolaat; eenzaam; flodderig; gestopt; opgehouden; slobberig; slodderig; uitgescheiden; verlaten
desaliñado nonchalant door elkaar; dooreen; grauw; kliederig; knoeierig; morsig; nalatig; vaal; vuil
descuidado nonchalant armoedig; bandeloos; buiten beheer; flodderig; haveloos; laks; nalatig; onachtzaam; onbeheerd; ongeregeld; onopgeruimd; onordelijk; ordeloos; pover; rommelig; schamel; sjofel; sjofeltjes; slordig; verlopen; verwilderd; wanordelijk
despreocupado nonchalant fris; koel; koelbloedig; lichthartig; losjes; luchthartig; luchtig; onbewogen; onverschillig; speels
distraído nonchalant absent; afwezig; gedachteloos; nalatig; onaandachtig; onachtzaam; ongeconcentreerd; onoplettend; verspreid; verstrooid
indiferente nonchalant bedaard; doodgemoedereerd; doodkalm; gelijkmoedig; gemoedereerd; kalm; kalmpjes; koel; koudbloedig; nuchter; onachtzaam; onbegaan; onbewogen; onderkoeld; ongevoelig; onverstoorbaar; rustig; sereen; zakelijk
informal nonchalant familiair; informeel; makkelijk in de omgang; niet officieel; officieus; onbevestigd; onofficieel; tutoyerend; voorlopig; vrijblijvend; zijdelings
informalmente vestido nonchalant
negligente nonchalant laks; onachtzaam
sin cuidado nonchalant onachtzaam

Related Words for "nonchalant":

  • nonchalanter, nonchalantere, nonchalante

Wiktionary Translations for nonchalant:

nonchalant
adjective
  1. achteloos, onbekommerd