Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- luxe:
-
Wiktionary:
- luxe → de lujo, lujo, riqueza, abundancia
Dutch
Detailed Translations for luxe from Dutch to Spanish
luxe:
-
de luxe (overvloed; weelderigheid; pracht; weelde)
el lujo; la riqueza; la magnificencia; la abundancia; la grandeza; la suntuosidad; la plétora; la profusión
Translation Matrix for luxe:
Noun | Related Translations | Other Translations |
abundancia | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | buitensporigheid; exces; overdaad; overdadig zijn; overmaat; overvloed; overvloedig zijn; overvloedigheid; rijkdom; rijkelijke maat; rijkelijkheid; surplus; talrijkheid; teveel; veelheid |
grandeza | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | grandeur; grootschaligheid; grootsheid; indrukwekkendheid |
lujo | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | |
magnificencia | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | weidsheid |
plétora | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | |
profusión | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | |
riqueza | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid | financiële middelen; geldelijk vermogen; geldmiddelen; kapitaal; rijkdom; rijkheid; vermogen |
suntuosidad | luxe; overvloed; pracht; weelde; weelderigheid |