Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. kadastreren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for kadastreren from Dutch to Spanish

kadastreren:

kadastreren verb (kadastreer, kadastreert, kadastreerde, kadastreerden, gekadastreerd)

  1. kadastreren (inschrijven)

Conjugations for kadastreren:

o.t.t.
  1. kadastreer
  2. kadastreert
  3. kadastreert
  4. kadastreren
  5. kadastreren
  6. kadastreren
o.v.t.
  1. kadastreerde
  2. kadastreerde
  3. kadastreerde
  4. kadastreerden
  5. kadastreerden
  6. kadastreerden
v.t.t.
  1. heb gekadastreerd
  2. hebt gekadastreerd
  3. heeft gekadastreerd
  4. hebben gekadastreerd
  5. hebben gekadastreerd
  6. hebben gekadastreerd
v.v.t.
  1. had gekadastreerd
  2. had gekadastreerd
  3. had gekadastreerd
  4. hadden gekadastreerd
  5. hadden gekadastreerd
  6. hadden gekadastreerd
o.t.t.t.
  1. zal kadastreren
  2. zult kadastreren
  3. zal kadastreren
  4. zullen kadastreren
  5. zullen kadastreren
  6. zullen kadastreren
o.v.t.t.
  1. zou kadastreren
  2. zou kadastreren
  3. zou kadastreren
  4. zouden kadastreren
  5. zouden kadastreren
  6. zouden kadastreren
en verder
  1. is gakadastreerd
diversen
  1. kadastreer!
  2. kadastreert!
  3. gekadastreerd
  4. kadastrerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for kadastreren:

VerbRelated TranslationsOther Translations
registrar para el catastro inschrijven; kadastreren

Wiktionary Translations for kadastreren:

kadastreren
verb
  1. een afbakening maken van de eigendomsrechten van grondbezit en deze in kaart brengen