Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. uitgelaten:
  2. uitlaten:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for uitgelaten from Dutch to Spanish

uitgelaten:


Translation Matrix for uitgelaten:

NounRelated TranslationsOther Translations
divertido amusement; vermaak; vermakelijkheid; verstrooiing; vertier
ModifierRelated TranslationsOther Translations
alegre blij; blijgeestig; blijmoedig; dartel; fideel; fleurig; geestig; jolig; kleurig; kwiek; levendig; lustig; monter; opgeruimd; opgetogen; opgewekt; uitgelaten; vrolijk; wakker; welgemoed; zonnig bevredigd; bezet; blij; blijgestemd; blijmoedig; dartel; druk; drukbezet; fleurig; frivool; geagiteerd; genoeg; goed geluimd; goedgehumeurd; goedgeluimd; goedlachs; heugelijk; heuglijk; hooggekleurd; hups; kleurrijk; levendig; levenslustig; lichtzinnig; losbandig; losjes; luchthartig; luchtig; monter; opgetogen; opgewekt; speels; tevreden; tierig; verblijd; verblijdend; vergenoegd; verheugd; verhit; verzadigd; voldaan; vrolijk; welgemoed; welgestemd; wuft
desbordante uitbundig; uitgelaten
divertido jolig; uitgelaten aangenaam; bengelachtig; fijn; geestig; geinig; grappig; guitig; humoristisch; humoristische; kluchtig; koddig; komiek; komisch; kwajongensachtig; lachwekkend; lekker; leuk; leuke; lollig; ondeugend; plezierig; prettig; schalkachtig; schalks; schelmachtig; schelms; snaaks; spotachtig; uiig
efusivo uitbundig; uitgelaten
entretenido jolig; uitgelaten aangenaam; aimabel; bekoorlijk; charmant; fijn; flitsend; hip; humoristische; lekker; leuk; plezierig; prettig; sfeervol; snel; tijdrovend; trendy; uiig; vlot
jovial jolig; uitgelaten amicaal; bedaard; dartel; gelijkmoedig; gemoedelijk; genoeglijk; hartelijk; jofel; joviaal; kalm; kalmpjes; kameraadschappelijk; minnelijk; onbewogen; rustig; sereen; speels; vriendelijk; vriendschappelijk

Related Words for "uitgelaten":


Wiktionary Translations for uitgelaten:


Cross Translation:
FromToVia
uitgelaten bullente ebullient — agitated
uitgelaten feliz; alegre gay — happy, joyful and lively

uitgelaten form of uitlaten:

uitlaten [de ~] noun, plural

  1. de uitlaten (knalpotten)
    el amortiguadores; la sordinas; el silenciadores

Translation Matrix for uitlaten:

NounRelated TranslationsOther Translations
amortiguadores knalpotten; uitlaten
silenciadores knalpotten; uitlaten dempers; geluiddempers; knaldempers
sordinas knalpotten; uitlaten dempers; klankdempers; sourdines

Wiktionary Translations for uitlaten:


Cross Translation:
FromToVia
uitlaten pasear; acompañar walk — to take for a walk
uitlaten soltar lâcherdétendre, desserrer quelque chose.
uitlaten desaprovechar omettremanquer, soit volontairement, soit involontairement, à faire ou à dire ce qu’on pouvait, ce qu’on devait faire ou dire.
uitlaten pasear promener — Mener, conduire, faire aller quelqu’un de côté ou d’autre.
uitlaten continuar reconduireTraductions à trier suivant le sens.

External Machine Translations: