Summary


Dutch

Detailed Translations for obstructie from Dutch to Spanish

obstructie:

obstructie [de ~ (v)] noun

  1. de obstructie (belemmering; verhindering)
    la traba; la obstrucción; la barrera; el obstáculo; el estorbo
  2. de obstructie (verstopping in het lichaam)

Translation Matrix for obstructie:

NounRelated TranslationsOther Translations
barrera belemmering; obstructie; verhindering afdichting; afgrendeling; afsluitboom; afsluiting; barricade; dichtmaken; dorpel; drempel; het afsluiten; hindernis; hinderpaal; kamerwand; roadblock; scheidsmuur; slagboom; sluitboom; sluiting; spoorboom; tussenmuur; tussenwand; versperring; wand
estorbo belemmering; obstructie; verhindering allegaartje; belemmering; beletsel; geharrewar; gelazer; hinder; hindernis; klip; last; mengelmoes; moeite; narigheid; obstakel; overlast; samenraapsel; soesa; trammelant
estreñimiento obstructie; verstopping in het lichaam constipatie; verstopping; verstoptheid
obstrucción belemmering; obstructie; verhindering afsluiting; barricade; bemoeilijking; constipatie; hinder; hindernis; hinderpaal; stagnatie; stremming; stuklopen; stuwing; vastlopen; versperring; verstopping; verstoptheid; verzwaring
obstrucción en el cuerpo obstructie; verstopping in het lichaam
obstáculo belemmering; obstructie; verhindering afsluiting; barricade; belemmering; beletsel; hindernis; hinderpaal; klip; moeilijkheid; narigheid; obstakel; penarie; probleem; struikelblok; versperring
traba belemmering; obstructie; verhindering

Related Words for "obstructie":

  • obstructies

Wiktionary Translations for obstructie:

obstructie
noun
  1. verstopping

Related Translations for obstructie