Home ->Dictionaries ->Dutch/Spanish ->Search: haard

Dutch and Spanish Translation Search Results for haard

Summary

Dutch to Spanish: more detail...

haard:
- foco del incendio; chimenea; hogar; foco; estufa; fogón
Wiktionary:
- haard → hogar

Dutch

Detailed Translations for haard from Dutch to Spanish

haard:

haard [de ~ (m)] noun

de haard (haardstede; stookplaats; vuurhaard; haardstee)
el foco del incendio; la chimenea; el hogar; el foco; la estufa; el fogón
- foco del incendio [el ~] noun
- chimenea [la ~] noun
- hogar [el ~] noun
- foco [el ~] noun
- estufa [la ~] noun
- fogón [el ~] noun

Translation Matrix for haard:

Noun	Related Translations	Other Translations
chimenea	haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard	chimney; openhaard; schoorsteen; schoorsteenmantel; schouw
estufa	haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard	holte; kachel; nis; verwarming
foco	haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard	brandpunt; focus; verstraler
foco del incendio	haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard	brandhaard; vuurhaard
fogón	haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard	brander; fornuis; gasbrander; katoen; katoenstof; kookkachel
hogar	haard; haardstede; haardstee; stookplaats; vuurhaard	asiel; eigen haard; fornuis; hospitium; huishouden; kookkachel; opvangcentrum; stookgelegenheid; stookinrichting; woonplaats

Wiktionary Translations for haard:

Cross Translation:

From	To	Via
• haard	→ hogar	↔ hearth — Floor of fireplace
• haard	→ hogar	↔ âtre — Base de la cheminée où l’on fait le feu

External Machine Translations:

Related Translations for haard

eigen haard