Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- openbaar:
- Openbaar:
- openbaren:
-
Wiktionary:
- openbaar → público
- openbaren → revelar
- openbaren → desenvolver, desarrollar, revelar
Dutch
Detailed Translations for openbaar from Dutch to Spanish
openbaar:
-
openbaar (publiek)
Translation Matrix for openbaar:
Noun | Related Translations | Other Translations |
público | doelgroep; gehoor; getuige; omstander; publiek; schouwburgpubliek; toeschouwer | |
Adjective | Related Translations | Other Translations |
abierto | openbaar; publiek | aangebroken; attent; benaderbaar; cru; frank; galant; genaakbaar; geopend; hoffelijk; met open vizier; niet dicht; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; ontvankelijk; onverbloemd; onverholen; open; opengelegd; opengemaakt; opengesprongen; opengesteld; openhartig; openlijk; openstaand; oprecht; rechttoe; rechttoe rechtaan; ridderlijk; rondborstig; ronduit; toegankelijk; vatbaar; volmondig; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit |
- | publiek | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
en público | openbaar; publiek | |
público | openbaar; publiek | ruchtbaar; wereldkundig |
Related Words for "openbaar":
Synonyms for "openbaar":
Antonyms for "openbaar":
Related Definitions for "openbaar":
Openbaar:
-
Openbaar (Externe contactpersonen)
Translation Matrix for Openbaar:
Adjective | Related Translations | Other Translations |
Público | Externe contactpersonen; Openbaar | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
Contactos externos | Externe contactpersonen; Openbaar |
openbaar form of openbaren:
-
openbaren (zich uiten)
manifestarse-
manifestarse verb
-
-
openbaren (publiceren; uitbrengen)
Conjugations for openbaren:
o.t.t.
- openbaar
- openbaart
- openbaart
- openbaren
- openbaren
- openbaren
o.v.t.
- openbaarde
- openbaarde
- openbaarde
- openbaarden
- openbaarden
- openbaarden
v.t.t.
- heb geopenbaard
- hebt geopenbaard
- heeft geopenbaard
- hebben geopenbaard
- hebben geopenbaard
- hebben geopenbaard
v.v.t.
- had geopenbaard
- had geopenbaard
- had geopenbaard
- hadden geopenbaard
- hadden geopenbaard
- hadden geopenbaard
o.t.t.t.
- zal openbaren
- zult openbaren
- zal openbaren
- zullen openbaren
- zullen openbaren
- zullen openbaren
o.v.t.t.
- zou openbaren
- zou openbaren
- zou openbaren
- zouden openbaren
- zouden openbaren
- zouden openbaren
en verder
- is geopenbaard
- zijn geopenbaard
diversen
- openbaar!
- openbaart!
- geopenbaard
- openbarend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for openbaren:
Noun | Related Translations | Other Translations |
publicar | publiceren; uitgeven | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
manifestarse | openbaren; zich uiten | betogen; demonstreren; ontpoppen |
publicar | openbaren; publiceren; uitbrengen | adverteren; afkondigen; aflezen; afroepen; annonceren; bekend maken; bekendmaken; deponeren; doen verschijnen; leggen; neerleggen; neerzetten; onderuit halen; openbaar maken; oplezen; per advertentie aankondigen; plaatsen; posten; proclameren; publiceren; stationeren; uitbrengen; uitgeven; zetten |
Wiktionary Translations for openbaren:
openbaren
Cross Translation:
verb
-
wat voorheen een geheim was algemeen bekend maken
- openbaren → revelar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• openbaren | → desenvolver; desarrollar | ↔ développer — dégager une chose de ce qui l’envelopper. |
• openbaren | → revelar | ↔ révéler — découvrir, déclarer, faire savoir une chose qui était inconnue et secrète. |