Dutch

Detailed Translations for slag from Dutch to Spanish

slag:

slag [de ~ (m)] noun

  1. de slag (soort; ras)
    la especie; la raza
  2. de slag (genre; soort; type)
    el tipo; la categoría; el género; la clase
  3. de slag (vuistslag; opdonder; dreun; uithaal)
    el puñetazo
  4. de slag (veldslag; strijd)
    la batalla; el golpe; la pelea; la mano; la habilidad; la destreza; la baza; el pelotazo; la lucha; la guerra; la contienda; el combate
  5. de slag (veldslag)
    el combate; la campo de batalla
  6. de slag (maatschappelijke klasse; klasse; stand; rang; orde)
    la capa; la clase; la clase social; la categoría; la condición social
  7. de slag (tegenvaller; teleurstelling; fiasco; )
    el desengaño; la decepción; el contratiempo; la mala suerte; la desilusión

Translation Matrix for slag:

NounRelated TranslationsOther Translations
batalla slag; strijd; veldslag besluiteloosheid; gevecht; handgemeen; kamp; klap; klop; kloppartij; knokpartij; lel; matpartij; mep; oorlog; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; tweestrijd; twijfel; vechtpartij; weifeling; worsteling
baza slag; strijd; veldslag dreun; jens; klap; klop; knal; lel; mep; tik; toegebrachte klap
campo de batalla slag; veldslag arena; kampplaats; slagveld; strijdperk; strijdtoneel
capa klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand afdeling; bolster; bovenblad; cape; coating; dekblad; dekmantel; departement; detachement; dop; echelon; film; filmpje; filmrolletje; geleding; huidje; jack; laag; laagje; omhulling; schaal; schil; schilletje; schoudermantel; schulp; schutblad; sectie; tak; velletje
categoría genre; klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; soort; stand; type aantal personen bijeen; aard; afdeling; categorie; classificatie; departement; detachement; gelid; gezelschap; graad; groep; klasse; kleurcategorie; niveau; onderverdeling; peil; rang; rangorde; sectie; tak
clase genre; klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; soort; stand; type aantal personen bijeen; aard; categorie; classificatie; college; collegezaal; collegium; cursus; cursusprogramma; gezelschap; groep; instructie; klas; klaslokaal; klasse; klassenlokaal; leerprogramma; lering; les; leslokaal; lesprogramma; lesuur; lokaal; middelbare school; objectklasse; onderricht; onderrichting; onderverdeling; onderwijs; onderwijsprogramma; schooljaar; schoolklas; schoollokaal; sociale groep; universitaire les; vaklokaal
clase social klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand maatschappelijke klasse
combate slag; strijd; veldslag concours; dreun; gevecht; handgemeen; jens; kamp; klap; kloppartij; knal; knokpartij; lel; matpartij; mep; oorlog; partij; pot; strijd; strijden; tik; toegebrachte klap; vechtpartij; wedstrijd; worsteling
condición social klasse; maatschappelijke klasse; orde; rang; slag; stand
contienda slag; strijd; veldslag geharrewar; oorlog; strijd
contratiempo fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
decepción fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag afknapper; desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
desengaño fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag afknapper; desillusie; ontgoocheling; ontnuchtering; teleurstelling
desilusión fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag afknapper; desillusie; ontgoocheling; teleurstelling
destreza slag; strijd; veldslag bekwaamheid; kunde; kundigheid; ondervinden; ondervinding; oorlog; strijd; vaardigheid; vingervlugheid
especie ras; slag; soort aard; cement; cementlaag; soort
golpe slag; strijd; veldslag bonk; bonkend geluid; bons; dreun; gevaarte; harde slag; hengst; hoek; hoekstoot; hort; jens; joekel; kanjer; klap; klapje; klets; kletspraat; klont; klonter; klop; knaap; knak; knal; knik; knoert; kokker; kokkerd; kwak; lel; loei; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; pof; quatsch; schar; schok; schokkende beweging; smak; stoot; tik; toegebrachte klap
guerra slag; strijd; veldslag oorlog; strijd
género genre; slag; soort; type aard; bezitting; genre; genus; geslacht; handel; handelsverkeer; klasse; koophandel; kunne; negotie; onderverdeling; sekse
habilidad slag; strijd; veldslag adremheid; bedrevenheid; bijdehandheid; doortraptheid; ervaring; geraffineerdheid; geslepenheid; gevatheid; gewiekstheid; gladheid; handigheid; handvaardigheid; kneep; kunde; kundigheid; kunst; leepheid; listigheid; ondervinden; ondervinding; praktijk; puntig zijn; puntigheid; routine; scherpheid; scherpte; sluwheid; snedigheid; snoodheid; spitsheid; toer; truc; vaardigheid met de hand
lucha slag; strijd; veldslag gevecht; geworstel; kamp; oorlog; strijd; worsteling
mala suerte fiasco; flop; misrekening; misslag; slag; sof; tegenvaller; teleurstelling; terugslag desillusie; ellende; malheur; moeilijkheden; ongeluk; onheil; onspoed; ontgoocheling; pech; ramp; rampspoed; tegenslag; tegenspoed; teleurstelling; terugslag; terugslagen
mano slag; strijd; veldslag hand; jat; klauw; knuist; poot
pelea slag; strijd; veldslag botsing; conflict; gevecht; handgemeen; kloppartij; knokpartij; matpartij; onenigheid; ruzie; schermutseling; strijden; twist; vechtpartij
pelotazo slag; strijd; veldslag
puñetazo dreun; opdonder; slag; uithaal; vuistslag hengst; klap; lel; mep; muilpeer; opdoffer; opdonder; opduvel; oplawaai; peut; stoot
raza ras; slag; soort genus; geslacht; kunne; sekse
tipo genre; slag; soort; type creatuur; drukletter; eenling; enkeling; fatje; figuur; gast; gedaante; gestalte; goser; gozer; heertje; iemand; individu; kerel; knakker; knul; man; mens; mensenkind; openbare publicatie; personage; persoon; postuur; publicatie; publikatie; schepsel; snuiter; type; uitgave; uitgifte; vent; vogel; vorm; wezen; zetletter
- klap
Not SpecifiedRelated TranslationsOther Translations
categoría categorie

Related Words for "slag":


Synonyms for "slag":


Related Definitions for "slag":

  1. keer dat iemand geslagen wordt1
    • hij kreeg een slag in zijn gezicht1
  2. groot verdriet1
    • de dood van haar vader was een hele slag1
  3. beweging bij schaatsen of zwemmen1
    • zijn slag is niet goed1
  4. gewapend gevecht tussen legers1
    • bij de slag om Arnhem hebben de Duitsers gewonnen1
  5. golf1
    • je haar is niet stijl, er zit een slag in1
  6. keer dat je slaat1
    • met één slag had hij gewonnen1
  7. soort met eigen karakter1
    • het is een speciaal slag mensen1
  8. vaardigheid die nodig is1
    • hij kan nu tekstverwerken; hij heeft de slag te pakken1

Wiktionary Translations for slag:


Cross Translation:
FromToVia
slag golpe; percusión; zumbido; zarpazo bang — A strike upon an object causing such a noise
slag lucha; batalla battle — general action, fight, or encounter; a combat
slag golpear; golpe belt — powerful blow
slag golpe blow — act of striking or hitting
slag golpe blow — damaging occurrence
slag acción; batalla combat — a battle; a fight; a struggle for victory
slag golpe hit — blow, punch
slag golpe stroke — single movement with a tool
slag golpe stroke — golf: single act of striking the ball
slag remada stroke — rowing: movement of an oar or paddle through water
slag brazada stroke — particular style of swimming
slag especie; género; calaña acabit — désuet|fr Décrit la nature, ou la bonne qualité ou mauvaise de certaines choses.
slag dirección; señas adresseindication, désignation, soit du destinataire, soit de la destination où il falloir aller ou envoyer.
slag batalla; golpe; acción bataille — guerre|fr combat général entre deux armées.
slag batalla; acción combataction par laquelle on attaquer et l’on se défendre.
slag golpe coupimpression que fait un corps sur un autre en le frappant.
slag tipo; especie espèceTraductions à trier suivant le sens.
slag género genreensemble d’êtres, ou de choses, caractériser par un ou des traits communs.
slag agilidad; destreza; acierto habiletéfacilité, disposition, qualité qui rend propre à faire certaines choses, à réussir dans certaines actions, en particulier en utilisant ses mains.
slag movimiento mouvement — Transport
slag trampa piègeinstrument, machine dissimuler dont on se servir pour prendre des animal, comme les loups, les renards, etc.

External Machine Translations:

Related Translations for slag