Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. af:
  2. Wiktionary:
Spanish to Dutch:   more detail...
  1. af:
    The word af exists in our database, but we currently do not have a translation from Spanish to Dutch.


Dutch

Detailed Translations for af from Dutch to Spanish

af:


Translation Matrix for af:

NounRelated TranslationsOther Translations
acabado afkrijgen; afwerking; einde; eindpunt; eindstreep; fineer; finish; finishlijn; meet
hecho bekend feit; evenement; feit; gebeurtenis; gegeven; incident; voorval
listo genie; geniekorps
pasado verleden
preparado preparaat
AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
completo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij algeheel; compleet; faliekant; finaal; fulltime; gaaf; gevuld; hartstikke; heel; hele; helemaal; intact; kompleet; onverkort; opgevuld; plenair; totaal; vierkant; vol; voleindigd; volgestopt; volkomen; volledig; volslagen; volstrekt; voltallig; volwaardig
- klaar
AdverbRelated TranslationsOther Translations
abajo af; naar beneden beneden; daar beneden; naar beneden; neer; omlaag; omver; onderaan; onderen; onderin; onderop
ModifierRelated TranslationsOther Translations
acabado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij doorgekookt; gaar; gedaan; gereed
concluido af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij uit; van; vanaf nu; vanuit
concluído af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij
efectuado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij bewerkstelligd; voltrokken
ejecutado af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht doodgeschoten; geëxecuteerd; voltrokken
hacia abajo af; naar beneden benedenwaarts; naar beneden; neer; omlaag
hecho af; beëindigd; gedaan; gereed; klaar; volbracht gaar; gecreëerd; gemaakt; geschapen; moe; vermoeid
listo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij aantrekkelijke; achterbaks; adrem; arglistig; bedreven; behendig; bekwaam; bereid; berekenend; bij de pinken; bijdehand; briljant; clever; doortrapt; gehaaid; gemeen; geniepig; geoefend; gepakt; gepolijst; geraffineerd; gereed; geslepen; gevat; gewiekst; gis; gladgemaakt; gladgeslepen; gluiperig; goochem; handig; ingenieus; intelligent; kien; klaar; knap; kundig; kunstig; leep; link; listig; paraat; pienter; puntig; raak; scherp; scherpzinnig; schrander; slim; slinks; sluw; snedig; snood; snugger; spits; spitsvondig; stiekem; uitgekiend; uitgekookt; uitgeslapen; vaardig; vindingrijk
llevado a cabo af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij doodgeschoten; gerealiseerd; geëxecuteerd; uitgevoerd; verricht; verwerkelijkt; verwezenlijkt; voltrokken
para abajo af; naar beneden
pasado af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij afgelopen; armoedig; beëindigd; binnengevallen; doorgegeven; eerder; flodderig; haveloos; ingehaald; langsgekomen; overschreden; pover; schamel; sjofel; sjofeltjes; verder gegeven; verleden; verlopen; verstreken; vervallen; voorbij; voorbij gestreefd; voordien; voorgevallen; voorheen; vorig; vroeger
perfecto af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij feilloos; foutloos; gaaf; gelikt; heel; hoogwaardig; ideaal; intact; maagdelijk; mieters; onaangeraakt; onaangetast; ongerept; patent; perfect; perfekt; picobello; piekfijn; prima; puntgaaf; puur; schitterend; tiptop; tof; uitmuntend; uitstekend; van goede kwaliteit; virginaal; volmaakt; voortreffelijk; zuiver
preparado af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij bedacht; gepakt; gereed; gewapend; klaar; paraat; voorbereid; voorbewerkt
pronto af; afgedaan; afgelopen; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij abrupt; alras; directe; dra; eensklaps; eerstdaags; gauw; grif; grifweg; haastig; ijlings; ineens; later; met gemak; onverhoeds; onverwacht; onverwachts; opeens; plots; plotseling; plotsklaps; rap; snel; spoedig; straks; vlot; vlug; vroeg; vroegtijdig; weldra; zometeen
realizado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij gerealiseerd; geëxporteerd; uitgevoerd; verricht; verwerkelijkt; verwezenlijkt; voltrokken
terminado af; afgedaan; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; volbracht; voltooid; voorbij afgehandeld; afgerond; eruit; gecompleteerd; gekookt; voleindigd
ultimado af; afgelopen; beëindigd; gedaan; gepleegd; gereed; geëindigd; klaar; over; uit; voltooid; voorbij

Synonyms for "af":


Related Definitions for "af":

  1. ergens vandaan1
    • hij loopt de trap af1
  2. er hoeft niets meer aan gedaan te worden1
    • de trui is af1

Wiktionary Translations for af:


Cross Translation:
FromToVia
af por down — from one end to another
af listo; dispuesto; preparado prêt — Qui est en état de faire, de dire, de recevoir, etc... (Sens général).

Related Translations for af



Spanish

Detailed Translations for af from Spanish to Dutch