Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. afwatering:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for afwatering from Dutch to Spanish

afwatering:

afwatering [de ~ (v)] noun

  1. de afwatering (waterafvoer; lozing)
    la alcantarilla; el drenaje; la cloaca; el avenamiento

Translation Matrix for afwatering:

NounRelated TranslationsOther Translations
alcantarilla afwatering; lozing; waterafvoer afvoerbuis; afvoerkanaal; afwateringsbuis; afwateringskanaal; boezem; doorlaat; regenpijp; riolering; riool; spui; spuiïng
avenamiento afwatering; lozing; waterafvoer
cloaca afwatering; lozing; waterafvoer afvoerbuis; afvoerkanaal; afwateringsbuis; afwateringskanaal; boezem; drainage; drooglegging; ontwatering; regenpijp; riolering; riool; spui; spuiïng
drenaje afwatering; lozing; waterafvoer afvloeiing; bron; drainage; drainering; drooglegging; lediging; ontwatering; put; spuiïng; waterput; wel

Wiktionary Translations for afwatering:

afwatering
noun
  1. de paden waarlangs water uit een stuk land afgevoerd kan worden