Summary
Dutch
Detailed Translations for uitademen from Dutch to Spanish
uitademen:
-
uitademen (uitblazen)
Conjugations for uitademen:
o.t.t.
- adem uit
- ademt uit
- ademt uit
- ademen uit
- ademen uit
- ademen uit
o.v.t.
- ademde uit
- ademde uit
- ademde uit
- ademden uit
- ademden uit
- ademden uit
v.t.t.
- heb uitgeademd
- hebt uitgeademd
- heeft uitgeademd
- hebben uitgeademd
- hebben uitgeademd
- hebben uitgeademd
v.v.t.
- had uitgeademd
- had uitgeademd
- had uitgeademd
- hadden uitgeademd
- hadden uitgeademd
- hadden uitgeademd
o.t.t.t.
- zal uitademen
- zult uitademen
- zal uitademen
- zullen uitademen
- zullen uitademen
- zullen uitademen
o.v.t.t.
- zou uitademen
- zou uitademen
- zou uitademen
- zouden uitademen
- zouden uitademen
- zouden uitademen
en verder
- ben uitgeademd
- bent uitgeademd
- is uitgeademd
- zijn uitgeademd
- zijn uitgeademd
- zijn uitgeademd
diversen
- adem uit!
- ademt uit!
- uitgeademd
- uitademend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for uitademen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
apagar | uitademen; uitblazen | afbakenen; afdempen; afdempen van geluid; afpalen; afsluiten; afzetten; begrenzen; blussen; doven; neppen; omlijnen; prenten; smoren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitdraaien; uitdrukken; uitdrukking geven aan; uiten; uiting geven aan; vertolken; verwoorden |
espirar | uitademen; uitblazen | |
soplar | uitademen; uitblazen | blazen; doorslaan; fluiten; hard waaien; hijgen; pijpen; pimpelen; puffen; verklappen; verraden; voorzeggen; waaien; wegblazen |
External Machine Translations: