Dutch
Detailed Translations for betrappen from Dutch to Spanish
betrappen:
-
betrappen (snappen)
comprender; detener; atrapar; coger; pillar; entender; sorprender; trabar; fascinar; poner las esposas; cazar; cautivar; detengo; tomar; recoger; fijar; montar; prender; depositar; inmovilizar; encadenar; encarcelar; engastar; coger preso; coger prisionero-
comprender verb
-
detener verb
-
atrapar verb
-
coger verb
-
pillar verb
-
entender verb
-
sorprender verb
-
trabar verb
-
fascinar verb
-
poner las esposas verb
-
cazar verb
-
cautivar verb
-
detengo verb
-
tomar verb
-
recoger verb
-
fijar verb
-
montar verb
-
prender verb
-
depositar verb
-
inmovilizar verb
-
encadenar verb
-
encarcelar verb
-
engastar verb
-
coger preso verb
-
coger prisionero verb
-
Conjugations for betrappen:
o.t.t.
- betrap
- betrapt
- betrapt
- betrappen
- betrappen
- betrappen
o.v.t.
- betrapte
- betrapte
- betrapte
- betrapten
- betrapten
- betrapten
v.t.t.
- heb betrapt
- hebt betrapt
- heeft betrapt
- hebben betrapt
- hebben betrapt
- hebben betrapt
v.v.t.
- had betrapt
- had betrapt
- had betrapt
- hadden betrapt
- hadden betrapt
- hadden betrapt
o.t.t.t.
- zal betrappen
- zult betrappen
- zal betrappen
- zullen betrappen
- zullen betrappen
- zullen betrappen
o.v.t.t.
- zou betrappen
- zou betrappen
- zou betrappen
- zouden betrappen
- zouden betrappen
- zouden betrappen
diversen
- betrap!
- betrapt!
- betrapt
- betrappend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for betrappen:
Wiktionary Translations for betrappen:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• betrappen | → pillar | ↔ erwischen — jemanden überraschend bei einer verbotenen, heimlichen Handlung antreffen |
• betrappen | → sorprender | ↔ surprendre — prendre sur le fait, trouver dans une action, dans un état où on ne croire pas voir, en parlant de quelqu’un. |