Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bestaan uit:
  2. Wiktionary:
  3. User Contributed Translations for bestaan uit:
    • consistir


Dutch

Detailed Translations for bestaan uit from Dutch to Spanish

bestaan uit:

bestaan uit verb (besta uit, bestaat uit, bestond uit, bestonden uit, bestaan uit)

  1. bestaan uit

Conjugations for bestaan uit:

o.t.t.
  1. besta uit
  2. bestaat uit
  3. bestaat uit
  4. bestaan uit
  5. bestaan uit
  6. bestaan uit
o.v.t.
  1. bestond uit
  2. bestond uit
  3. bestond uit
  4. bestonden uit
  5. bestonden uit
  6. bestonden uit
v.t.t.
  1. heb bestaan uit
  2. hebt bestaan uit
  3. heeft bestaan uit
  4. hebben bestaan uit
  5. hebben bestaan uit
  6. hebben bestaan uit
v.v.t.
  1. had bestaan uit
  2. had bestaan uit
  3. had bestaan uit
  4. hadden bestaan uit
  5. hadden bestaan uit
  6. hadden bestaan uit
o.t.t.t.
  1. zal bestaan uit
  2. zult bestaan uit
  3. zal bestaan uit
  4. zullen bestaan uit
  5. zullen bestaan uit
  6. zullen bestaan uit
o.v.t.t.
  1. zou bestaan uit
  2. zou bestaan uit
  3. zou bestaan uit
  4. zouden bestaan uit
  5. zouden bestaan uit
  6. zouden bestaan uit
diversen
  1. besta uit!
  2. bestaat uit!
  3. bestaan uit
  4. bestaand uit
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for bestaan uit:

VerbRelated TranslationsOther Translations
consistir en bestaan uit

Wiktionary Translations for bestaan uit:


Cross Translation:
FromToVia
bestaan uit componerse (de); consistir (en) bestehenbestehen aus, mit Dativ: ausschließlich enthalten
bestaan uit consistir; constar consisterconstituer par certains éléments ; comporter ; comprendre.

Related Translations for bestaan uit