Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. krot:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for krot from Dutch to Spanish

krot:

krot [de ~] noun

  1. de krot (krotwoning)
    la chabola
  2. de krot (kot; hutje)
    la caseta; el tugurio
  3. de krot (kavalje)
    la barraca

Translation Matrix for krot:

NounRelated TranslationsOther Translations
barraca kavalje; krot armoedige woning; barak; bouwkeet; bouwvakkersonderkomen; cabine; dierenverblijfplaats; gelagkamer; hangaar; herdershutje; hok; hulpgebouw; hut; kamertje; keet; kleine herdershut; kot; loods; noodgebouw; schuur; soepzootje; soldatenkamer
caseta hutje; kot; krot ambacht; hok; hokje; huis; hut; hutje; métier; optrekje; stiel; stulp; vak; verblijf; verdeling
chabola krot; krotwoning achterbuurt; armoedige woning; bouwvakkersonderkomen; cabine; gribus; hok; hut; hutje; kamertje; keet; kot; krottenbuurt; krottenwijk; schuur
tugurio hutje; kot; krot

Related Words for "krot":

  • krotten, kroten

Wiktionary Translations for krot:


Cross Translation:
FromToVia
krot choza Hütte — einfaches Gebäude
krot andrajo; harapo haillon — Lambeau