Summary
Dutch
Detailed Translations for exodus from Dutch to Spanish
exodus:
Translation Matrix for exodus:
Noun | Related Translations | Other Translations |
ocio | exodus; leegloop | geluier; ledigheid; leegte; luilakkerij; vrije tijd |
salida | exodus; uittocht | afreis; afrit; afvaart; afvaren; hulpmiddel; redmiddel; ressource; uitgang; uitloop; uitrit; uitvaren; uitvoer; uitweg; vertrek |
vacío | exodus; leegloop | gaping; gebrek; hiaat; ledigheid; leegte; luchtledige ruimte; manco; vacuüm; zwakheid |
éxodo | exodus; uittocht | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
vacío | blanco; inhoudsloos; ledig; leeg; luchtledig; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; onbeschreven; onbewoond; onbezet; ongebruikt; ongeopend; oningevuld; vacuum; zonder inhoud |