Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- ronddelen:
-
Wiktionary:
- ronddelen → distribuir
- ronddelen → exceptuar, distribuir, repartir
Dutch
Detailed Translations for ronddelen from Dutch to Spanish
ronddelen:
-
ronddelen (verdelen; uitreiken; uitdelen; rondgeven; rondreiken)
-
ronddelen (distribueren; verdelen; uitreiken)
Conjugations for ronddelen:
o.t.t.
- deel rond
- deelt rond
- deelt rond
- delen rond
- delen rond
- delen rond
o.v.t.
- deelde rond
- deelde rond
- deelde rond
- deelden rond
- deelden rond
- deelden rond
v.t.t.
- heb rondgedeeld
- hebt rondgedeeld
- heeft rondgedeeld
- hebben rondgedeeld
- hebben rondgedeeld
- hebben rondgedeeld
v.v.t.
- had rondgedeeld
- had rondgedeeld
- had rondgedeeld
- hadden rondgedeeld
- hadden rondgedeeld
- hadden rondgedeeld
o.t.t.t.
- zal ronddelen
- zult ronddelen
- zal ronddelen
- zullen ronddelen
- zullen ronddelen
- zullen ronddelen
o.v.t.t.
- zou ronddelen
- zou ronddelen
- zou ronddelen
- zouden ronddelen
- zouden ronddelen
- zouden ronddelen
en verder
- is rondgedeeld
- zijn rondgedeeld
diversen
- deel rond!
- deelt rond!
- rondgedeeld
- ronddelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for ronddelen:
Wiktionary Translations for ronddelen:
ronddelen
Cross Translation:
verb
-
rondgaande aan ieder een deel geven
- ronddelen → distribuir
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• ronddelen | → exceptuar; distribuir; repartir | ↔ dispenser — exempter de la règle ordinaire, par faveur spéciale, ou simplement exempter de quelque chose. |
• ronddelen | → distribuir; repartir | ↔ distribuer — répartir une chose entre plusieurs personnes ou plusieurs endroits. |