Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. drommel:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for drommel from Dutch to Spanish

drommel:

drommel [de ~ (m)] noun

  1. de drommel (stakker; zielenpiet; stumper)
    la pobrecita; el pobrecito; el desgraciado; el desdichado

Translation Matrix for drommel:

NounRelated TranslationsOther Translations
desdichado drommel; stakker; stumper; zielenpiet
desgraciado drommel; stakker; stumper; zielenpiet bastaard; buitenechtelijk kind; ellendeling; etter; etterbak; galbak; hork; kinkel; klier; kreng; lelijkerd; lomperd; mispunt; ongelukkige; proleet; schlemiel; schoft; schurk; slemiel; slungel; smeerlap; stuk ongeluk; sukkel; vlegel; watje
pobrecita drommel; stakker; stumper; zielenpiet ongelukkige
pobrecito drommel; stakker; stumper; zielenpiet arme drommel; bliksem; bliksemflits; bliksemschicht; bliksemslag; flits; ongelukkige; stakker; stakkerd; stumper; sukkel; sukkelaar; zielenpiet
ModifierRelated TranslationsOther Translations
desdichado onfortuinlijk; ongelukkig; onvolwaardig; onzalig
desgraciado betreurenswaardig; deerlijk; godgeklaagd; hemeltergend; jammer; jammerlijk; naar; naargeestig; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; onvolwaardig; onzalig; rampspoedig; rouwig; schandalig; schandelijk; sneu; somber; spijtig; teleurstellend; ten hemel schreiend; treurig; verdrietig; verfoeilijk; vol tegenslag; zeer ergerlijk

Related Words for "drommel":


Wiktionary Translations for drommel:


Cross Translation:
FromToVia
drommel diablo diable — Créature infernale

Related Translations for drommel