Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. inbinden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for inbinden from Dutch to Spanish

inbinden:

inbinden verb (bind in, bindt in, bond in, bonden in, ingebonden)

  1. inbinden (boekbinden; binden)
  2. inbinden (door koken dikker maken; verdikken; door koken verdikken; indikken; inkoken)
  3. inbinden (zich bedwingen)

Conjugations for inbinden:

o.t.t.
  1. bind in
  2. bindt in
  3. bindt in
  4. binden in
  5. binden in
  6. binden in
o.v.t.
  1. bond in
  2. bond in
  3. bond in
  4. bonden in
  5. bonden in
  6. bonden in
v.t.t.
  1. ben ingebonden
  2. bent ingebonden
  3. is ingebonden
  4. zijn ingebonden
  5. zijn ingebonden
  6. zijn ingebonden
v.v.t.
  1. was ingebonden
  2. was ingebonden
  3. was ingebonden
  4. waren ingebonden
  5. waren ingebonden
  6. waren ingebonden
o.t.t.t.
  1. zal inbinden
  2. zult inbinden
  3. zal inbinden
  4. zullen inbinden
  5. zullen inbinden
  6. zullen inbinden
o.v.t.t.
  1. zou inbinden
  2. zou inbinden
  3. zou inbinden
  4. zouden inbinden
  5. zouden inbinden
  6. zouden inbinden
en verder
  1. heb ingebonden
  2. hebt ingebonden
  3. heeft ingebonden
  4. hebben ingebonden
  5. hebben ingebonden
  6. hebben iingebonden
diversen
  1. bind in!
  2. bindt in!
  3. ingebonden
  4. inbindend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for inbinden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
amainar inbinden; zich bedwingen
encuadernar binden; boekbinden; inbinden; zich bedwingen
moderarse inbinden; zich bedwingen
recogerse inbinden; zich bedwingen
reducirse door koken dikker maken; door koken verdikken; inbinden; indikken; inkoken; verdikken afnemen; beperken; dalen; declineren; inkrimpen; inperken; kleiner worden; krimpen; minder worden; minderen; reduceren; slinken; tanen; teruggaan; verkorten; verlagen; verminderen; vervallen

Wiktionary Translations for inbinden:

inbinden
verb
  1. door stevige omwikkeling bijeenhouden
  2. losse geschriften tot een enkel boekwerk verwerken
  3. minder heftig te keer gaan

Cross Translation:
FromToVia
inbinden ligar; atar; encuadernar relierlier de nouveau, refaire le nœud qui liait et qui est défaire.