Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. attractie:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for attractie from Dutch to Spanish

attractie:

attractie [de ~ (v)] noun

  1. de attractie (trekpleister)
    la atracción; la diversión

Translation Matrix for attractie:

NounRelated TranslationsOther Translations
atracción attractie; trekpleister aanlokkelijkheid; aantrekkelijkheid; aantrekking; aantrekkingskracht; bekijks; bekoorlijkheid; bekoring; betovering; charme; fascinatie; gratie; magnetisatie; magnetisme; verleidelijkheid
diversión attractie; trekpleister afleiding; amusement; blijdschap; blijheid; blijmoedigheid; distractie; gein; genoegen; genot; jolijt; jool; keet; leut; lol; lust; opgewektheid; plezier; pret; vermaak; vermakelijkheid; verpozing; verstrooiing; vertier; verzet; verzetje; vreugde; vrolijkheid

Related Words for "attractie":

  • attracties

Wiktionary Translations for attractie:

attractie
noun
  1. aantrekking

Cross Translation:
FromToVia
attractie atractivo Reiz — verlockende Wirkung, die von einer Sache oder Person ausgeht