Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. aaneenrijgen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for aaneenrijgen from Dutch to Spanish

aaneenrijgen:

aaneenrijgen verb

  1. aaneenrijgen (rijgen)

Translation Matrix for aaneenrijgen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
encadenar aaneenrijgen; rijgen aandacht vasthouden; aaneenschakelen; betrappen; binden; boeien; gekluisterd zitten; handboeien omdoen; in de boeien slaan; ketenen; kluisteren; koppelen; samenvoegen; snappen; vastketenen; vastkluisteren; vastleggen; verbinden
ensartar aaneenrijgen; rijgen toesnoeren

Wiktionary Translations for aaneenrijgen:


Cross Translation:
FromToVia
aaneenrijgen concatenar; concadenar concatenate — link together
aaneenrijgen enhebrar string — put on a string