Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- reageren:
-
Wiktionary:
- reageren → reaccionar
- reageren → reaccionar
Dutch
Detailed Translations for reageren from Dutch to Spanish
reageren:
-
reageren (responderen; antwoorden)
-
reageren (ingaan)
reaccionar-
reaccionar verb
-
Conjugations for reageren:
o.t.t.
- reageer
- reageert
- reageert
- reageren
- reageren
- reageren
o.v.t.
- reageerde
- reageerde
- reageerde
- reageerden
- reageerden
- reageerden
v.t.t.
- heb gereageerd
- hebt gereageerd
- heeft gereageerd
- hebben gereageerd
- hebben gereageerd
- hebben gereageerd
v.v.t.
- had gereageerd
- had gereageerd
- had gereageerd
- hadden gereageerd
- hadden gereageerd
- hadden gereageerd
o.t.t.t.
- zal reageren
- zult reageren
- zal reageren
- zullen reageren
- zullen reageren
- zullen reageren
o.v.t.t.
- zou reageren
- zou reageren
- zou reageren
- zouden reageren
- zouden reageren
- zouden reageren
diversen
- reageer!
- reageert!
- gereageerd
- reagerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for reageren:
Verb | Related Translations | Other Translations |
contestar | antwoorden; reageren; responderen | antwoorden; beantwoorden; controleren; examineren; inspecteren; keuren; responderen; schouwen |
reaccionar | ingaan; reageren | |
responder | antwoorden; reageren; responderen | aansprakelijk zijn; aansprakelijk zijn voor; antwoorden; beantwoorden; responderen; verantwoordelijkheid dragen |
Related Definitions for "reageren":
Wiktionary Translations for reageren:
reageren
Cross Translation:
verb
-
op een nieuwe situatie actie ondernemen
- reageren → reaccionar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• reageren | → reaccionar | ↔ react — to act upon each other |