Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. onscheidbaar:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for onscheidbaar from Dutch to Spanish

onscheidbaar:

onscheidbaar adj

  1. onscheidbaar (onafscheidelijk)

Translation Matrix for onscheidbaar:

ModifierRelated TranslationsOther Translations
indivisible onafscheidelijk; onscheidbaar ondeelbaar; onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk
inseparable onafscheidelijk; onscheidbaar onlosmakelijk; onontwarbaar; onverbrekelijk

Related Words for "onscheidbaar":

  • onscheidbaarheid, onscheidbare

Wiktionary Translations for onscheidbaar:


Cross Translation:
FromToVia
onscheidbaar inseparable inseparable — Unable to be separated
onscheidbaar inseparable inséparable — Qui ne peut pas être séparé.