Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. ontvankelijk:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for ontvankelijk from Dutch to Spanish

ontvankelijk:


Translation Matrix for ontvankelijk:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
abierto ontvankelijk; openstaand; vatbaar aangebroken; attent; benaderbaar; cru; frank; galant; genaakbaar; geopend; hoffelijk; met open vizier; niet dicht; onbevangen; onbewimpeld; onomwonden; ontsloten; onverbloemd; onverholen; open; openbaar; opengelegd; opengemaakt; opengesprongen; opengesteld; openhartig; openlijk; oprecht; publiek; rechttoe; rechttoe rechtaan; ridderlijk; rondborstig; ronduit; toegankelijk; volmondig; voorkomend; vrij; vrijelijk; vrijuit
ModifierRelated TranslationsOther Translations
admisible ontvankelijk; openstaand; vatbaar aangenomen; aannemelijk; aanvaard; acceptabel; accoord; geaccepteerd; geloofwaardig; geoorloofd; gepermitteerd; goedgekeurd; plausibel; toegelaten; toegestaan; veroorloofd; waarschijnlijk
receptivo ontvankelijk; openstaand; vatbaar receptief
sensible a ontvankelijk; openstaand; vatbaar
susceptible ontvankelijk; openstaand; vatbaar aangebrand; gevoelig; humeurig; hypergevoelig; korzelig; kregel; lichtgeraakt; overgevoelig; prikkelbaar; sensitief; teergevoelig; vatbaar

Related Words for "ontvankelijk":


Wiktionary Translations for ontvankelijk:

ontvankelijk
adjective
  1. aan de voorwaarden voldoend

Cross Translation:
FromToVia
ontvankelijk impresionable impressionable — susceptible to influence