Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- aanpassing:
-
Wiktionary:
- aanpassing → acomodación, adaptación, adecuación
- aanpassing → aclimatación, adaptación, modificación, ajuste, mutación, cambio, evolución, acomodación, transformacion, metamorfosis
Dutch
Detailed Translations for aanpassing from Dutch to Spanish
aanpassing:
-
de aanpassing (bijstelling)
-
de aanpassing (aanpassen)
Translation Matrix for aanpassing:
Noun | Related Translations | Other Translations |
adaptación | aanpassing; bijstelling | amenderen; bewerking; herschreven stuk; modificeren; veranderen; wijzigen |
ajuste | aanpassing; bijstelling | afstelling; afstemmen; afstemming; fit; inregeling; instelling; optimalisatie; scherpstelling |
arreglo | aanpassing; bijstelling | afrekenen; afrekening; afspraak; akkoord; arrangement; compenseren; goedmaken; herbouwing; herstel; herstelling; herstelwerk; overeenkomst; regelgeving; regeling; regularisatie; reparatie; restauratie; restitueren; schikking; vereffening; vergelijk; vergoeden; verrekening |
modificación | aanpassing; bijstelling | amenderen; evolutie; modificatie; modificeren; muteren; veranderen; wijzigen; wijziging |
reajuste | aanpassing; bijstelling | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
personalización | aanpassen; aanpassing | persoonlijke aanpassingen; persoonlijke instellingen |
Wiktionary Translations for aanpassing:
aanpassing
Cross Translation:
noun
-
het zich aanpassen
- aanpassing → acomodación; adaptación; adecuación
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanpassing | → aclimatación | ↔ acclimatization — the act of acclimatizing |
• aanpassing | → adaptación; modificación | ↔ adaptation — the quality of being adapted |
• aanpassing | → modificación; ajuste | ↔ adjustment — small change |
• aanpassing | → mutación; modificación; cambio; evolución | ↔ change — the process of becoming different |
• aanpassing | → adaptación | ↔ Anpassung — Vorgang oder Ergebnis des sich Einstellens auf etwas |
• aanpassing | → acomodación | ↔ accommodation — Action de (s’)adapter, (se) conformer |
• aanpassing | → ajuste | ↔ ajustage — technol|fr action d’ajuster ensemble les différentes pièces d’un instrument, d’une machine. |
• aanpassing | → transformacion; metamorfosis | ↔ transformation — action de transformer. |