Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- aanraden:
-
Wiktionary:
- aanraden → aconsejar, recomendar
- aanraden → recomendar, aconsejar
Dutch
Detailed Translations for aanraden from Dutch to Spanish
aanraden:
-
aanraden (iemand recommanderen; aanbevelen; voordragen; nomineren)
-
aanraden (adviseren; van raad dienen)
Conjugations for aanraden:
o.t.t.
- raad aan
- raadt aan
- raadt aan
- raden aan
- raden aan
- raden aan
o.v.t.
- ried aan
- ried aan
- ried aan
- rieden aan
- rieden aan
- rieden aan
v.t.t.
- heb aangeraden
- hebt aangeraden
- heeft aangeraden
- hebben aangeraden
- hebben aangeraden
- hebben aangeraden
v.v.t.
- had aangeraden
- had aangeraden
- had aangeraden
- hadden aangeraden
- hadden aangeraden
- hadden aangeraden
o.t.t.t.
- zal aanraden
- zult aanraden
- zal aanraden
- zullen aanraden
- zullen aanraden
- zullen aanraden
o.v.t.t.
- zou aanraden
- zou aanraden
- zou aanraden
- zouden aanraden
- zouden aanraden
- zouden aanraden
diversen
- raad aan!
- raadt aan!
- aangeraden
- aanradende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for aanraden:
Wiktionary Translations for aanraden:
aanraden
Cross Translation:
verb
-
raad geven om iets te doen
- aanraden → aconsejar; recomendar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• aanraden | → recomendar | ↔ empfehlen — (transitiv) jemanden als vorteilhaft, geeignet, zuverlässig infrage kommend benennen; jemandem anraten, sich für jemanden beziehungsweise etwas zu entscheiden |
• aanraden | → recomendar | ↔ recommend — to commend to the favorable notice of another |
• aanraden | → aconsejar | ↔ conseiller — Indiquer à quelqu’un ce qu’il doit faire ou ne doit pas faire. (Sens général). |
External Machine Translations: