Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- achterblijven:
-
Wiktionary:
- achterblijven → quedarse atrás
- achterblijven → quedarse, sobrar
Dutch
Detailed Translations for achterblijven from Dutch to Spanish
achterblijven:
-
achterblijven
Conjugations for achterblijven:
o.t.t.
- blijf achter
- blijft achter
- blijft achter
- blijven achter
- blijven achter
- blijven achter
o.v.t.
- bleef achter
- bleef achter
- bleef achter
- bleven achter
- bleven achter
- bleven achter
v.t.t.
- ben achtergebleven
- bent achtergebleven
- is achtergebleven
- zijn achtergebleven
- zijn achtergebleven
- zijn achtergebleven
v.v.t.
- was achtergebleven
- was achtergebleven
- was achtergebleven
- waren achtergebleven
- waren achtergebleven
- waren achtergebleven
o.t.t.t.
- zal achterblijven
- zult achterblijven
- zal achterblijven
- zullen achterblijven
- zullen achterblijven
- zullen achterblijven
o.v.t.t.
- zou achterblijven
- zou achterblijven
- zou achterblijven
- zouden achterblijven
- zouden achterblijven
- zouden achterblijven
diversen
- blijf achter!
- blijft achter!
- achtergebleven
- achterblijvende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for achterblijven:
| Verb | Related Translations | Other Translations |
| quedarse atrás | achterblijven | achteropraken; terugvallen |
Related Definitions for "achterblijven":
Wiktionary Translations for achterblijven:
achterblijven
Cross Translation:
verb
-
nog steeds ergens zijn waar anderen of iets anders niet meer aanwezig is
- achterblijven → quedarse atrás
Cross Translation:
| From | To | Via |
|---|---|---|
| • achterblijven | → quedarse; sobrar | ↔ remain — to stay behind while others withdraw |