Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- afpersen:
-
Wiktionary:
- afpersen → extorsionar, hacer exacción, hacer extorsión
- afpersen → exprimir, extorsionar
Dutch
Detailed Translations for afpersen from Dutch to Spanish
afpersen:
-
afpersen (chanteren)
Conjugations for afpersen:
o.t.t.
- pers af
- perst af
- perst af
- persen af
- persen af
- persen af
o.v.t.
- perste af
- perste af
- perste af
- persten af
- persten af
- persten af
v.t.t.
- heb afgeperst
- hebt afgeperst
- heeft afgeperst
- hebben afgeperst
- hebben afgeperst
- hebben afgeperst
v.v.t.
- had afgeperst
- had afgeperst
- had afgeperst
- hadden afgeperst
- hadden afgeperst
- hadden afgeperst
o.t.t.t.
- zal afpersen
- zult afpersen
- zal afpersen
- zullen afpersen
- zullen afpersen
- zullen afpersen
o.v.t.t.
- zou afpersen
- zou afpersen
- zou afpersen
- zouden afpersen
- zouden afpersen
- zouden afpersen
diversen
- pers af!
- perst af!
- afgeperst
- afpersende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for afpersen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
chantajear | afpersen; chanteren | |
hacer chantaje | afpersen; chanteren | intimideren; onder druk zetten |
Related Definitions for "afpersen":
Wiktionary Translations for afpersen:
afpersen
Cross Translation:
verb
-
onder dreiging van geweld iemand geld afnemen
- afpersen → extorsionar; hacer exacción; hacer extorsión
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• afpersen | → exprimir | ↔ wring — to obtain by force |
• afpersen | → extorsionar | ↔ extorquer — tirer, obtenir par force, par violence, par menaces ou par tout moyen de pression. |