Dutch
Detailed Translations for baant from Dutch to Spanish
baant form of banen:
-
banen (vrijmaken; bevrijden; emanciperen; vrijvechten; verlossen)
Conjugations for banen:
o.t.t.
- baan
- baant
- baant
- banen
- banen
- banen
o.v.t.
- baande
- baande
- baande
- baanden
- baanden
- baanden
v.t.t.
- heb gebaand
- hebt gebaand
- heeft gebaand
- hebben gebaand
- hebben gebaand
- hebben gebaand
v.v.t.
- had gebaand
- had gebaand
- had gebaand
- hadden gebaand
- hadden gebaand
- hadden gebaand
o.t.t.t.
- zal banen
- zult banen
- zal banen
- zullen banen
- zullen banen
- zullen banen
o.v.t.t.
- zou banen
- zou banen
- zou banen
- zouden banen
- zouden banen
- zouden banen
diversen
- baan!
- baant!
- gebaand
- banende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for banen:
Noun | Related Translations | Other Translations |
liberar | bevrijden; loslaten | |
Verb | Related Translations | Other Translations |
liberar | banen; bevrijden; emanciperen; verlossen; vrijmaken; vrijvechten | amnestie verlenen; bevrijden; bevrijden van belegeraars; in vrijheid stellen; invrijheidstellen; laten gaan; loskomen; loslaten; losmaken; niet vasthouden; ontsnappen; ontzetten; van de boeien ontdoen; van last bevrijden; verlossen; vrijgeven; vrijkomen; vrijlaten; zich bevrijden |
Related Words for "banen":
Wiktionary Translations for banen:
banen
verb
-
zich een weg ~: een pad maken waar er geen was, resoluut doordringen in iets
- banen → abrirse camino; abrirse paso