Dutch

Detailed Translations for baasje from Dutch to Spanish

baasje:

baasje [het ~] noun

  1. het baasje (klein kereltje)
    el mocito; el niño; el muchacho; el chiquitín; el chiquillo; el chico; el rapaz; el muchachito; el hombrecillo; el hombrecito

Translation Matrix for baasje:

NounRelated TranslationsOther Translations
chico baasje; klein kereltje dreumes; gast; gozer; heerschap; hummel; jochie; jongen; jongetje; kerel; kind; klein jongetje; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; knakker; knul; man; mannetje; mannetjesdier; peuter; rakker; sujet; uk; vent; worm; wurm
chiquillo baasje; klein kereltje dreumes; hummel; iemand die stage loopt; jochie; jongetje; jongmaatje; kind; klein jongetje; klein kind; klein meisje; kleine jongen; kleintje; kleuter; leerling; peuter; scholier; stagiair; uk; worm; wurm
chiquitín baasje; klein kereltje jochie; jongetje; kleine jongen
hombrecillo baasje; klein kereltje gast; gozer; jochie; jongetje; kerel; kleine jongen; knakker; knul; man; vent
hombrecito baasje; klein kereltje gast; gozer; jochie; jongetje; kerel; kleine jongen; knakker; knul; man; mannetje; mannetjesdier; vent
mocito baasje; klein kereltje dreumes; hummel; jochie; jongetje; klein kind; kleine jongen; kleintje; peuter; uk; worm; wurm
muchachito baasje; klein kereltje broekie; broekvent; dreumes; hummel; jochie; jongetje; kereltje; klein jongetje; klein kind; kleine jongen; kleintje; peuter; uk; ventje; worm; wurm
muchacho baasje; klein kereltje joch; teenager; tiener
niño baasje; klein kereltje dreumes; hondje; hummel; jochie; jong; jongetje; kind; klein jongetje; klein kind; klein meisje; kleine; kleine jongen; kleintje; kleuter; peuter; uk; welp; worm; wurm
rapaz baasje; klein kereltje
ModifierRelated TranslationsOther Translations
chico klein; ondermaats; van geringe afmeting
rapaz roofachtig; roofgierig; roofziek; roofzuchtig

Related Words for "baasje":

  • baasjes

External Machine Translations: