Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- behouden:
-
Wiktionary:
- behouden → guardar, conservar, quedarse con, salvar
- behouden → reafirmar, sostener, permanecer, retener, detentar, conservar, preservar, guardar, defender, resguardar, mantener, salvar, sano y salvo, seguro, firme, sin peligro, de confianza, fidedigno, digno de confianza, cierto
Dutch
Detailed Translations for behouden from Dutch to Spanish
behouden:
-
behouden (bewaren; conserveren)
-
behouden (beschermen; in bescherming nemen; behoeden)
-
behouden (in stand houden; onderhouden)
-
behouden (reserveren; opzijleggen; achterhouden; terughouden)
reservar; dejar de lado; contener; reservarse; negar; no aceptar; rechazar; poner aparte-
reservar verb
-
dejar de lado verb
-
contener verb
-
reservarse verb
-
negar verb
-
no aceptar verb
-
rechazar verb
-
poner aparte verb
-
-
behouden
Conjugations for behouden:
o.t.t.
- behoud
- behoudt
- behoudt
- behouden
- behouden
- behouden
o.v.t.
- behield
- behield
- behield
- behielden
- behielden
- behielden
v.t.t.
- heb behouden
- hebt behouden
- heeft behouden
- hebben behouden
- hebben behouden
- hebben behouden
v.v.t.
- had behouden
- had behouden
- had behouden
- hadden behouden
- hadden behouden
- hadden behouden
o.t.t.t.
- zal behouden
- zult behouden
- zal behouden
- zullen behouden
- zullen behouden
- zullen behouden
o.v.t.t.
- zou behouden
- zou behouden
- zou behouden
- zouden behouden
- zouden behouden
- zouden behouden
diversen
- behoud!
- behoudt!
- behouden
- behoudend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for behouden:
Synonyms for "behouden":
Antonyms for "behouden":
Related Definitions for "behouden":
Wiktionary Translations for behouden:
behouden
Cross Translation:
verb
-
iets niet verliezen
- behouden → guardar; conservar; quedarse con
-
redden
- behouden → salvar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• behouden | → reafirmar; sostener | ↔ assert — To maintain or defend, as a cause or a claim, by words or measures |
• behouden | → permanecer | ↔ keep — to remain in, to be confined to |
• behouden | → retener; detentar | ↔ retain — to keep in possession or use |
• behouden | → conservar | ↔ store — remain in good condition while stored |
• behouden | → conservar | ↔ aufbewahren — etwas an einem geeigneten Ort zur späteren Verwendung verwahren |
• behouden | → preservar; guardar; defender; resguardar | ↔ gaumen — (transitiv), Schweiz: nicht antasten lassen, schützen, verteidigen |
• behouden | → conservar | ↔ conserver — maintenir en bon état, apporter le soin nécessaire pour empêcher qu’une chose ne se gâter, ne dépérir. |
• behouden | → mantener | ↔ maintenir — tenir ferme et fixe. |
• behouden | → salvar | ↔ sauver — garantir, préserver, tirer du péril, mettre en sûreté. |
• behouden | → sano y salvo; seguro; firme; sin peligro; de confianza; fidedigno; digno de confianza; cierto | ↔ sûr — dont on ne douter pas ; certain ; indubitable ; vrai. |