Summary
Dutch to Spanish: more detail...
- bestemming:
-
Wiktionary:
- bestemming → destino
- bestemming → destino, destinación, suerte
Dutch
Detailed Translations for bestemming from Dutch to Spanish
bestemming:
-
de bestemming (geadresseerde)
-
de bestemming (reisbestemming; eindpunt; doel)
-
de bestemming (reisdoel)
la destinación -
de bestemming (uiteindelijke doel; eindpunt; eindstation; eindhalte)
-
de bestemming
-
de bestemming
Translation Matrix for bestemming:
Noun | Related Translations | Other Translations |
consignatario | bestemming; geadresseerde | cargadoor; ontvanger; recipiënt; scheepsagent |
destinación | bestemming; geadresseerde; reisdoel | levenslot; lot; lotsbestemming |
destinatario | bestemming; geadresseerde | hij die ontvangt; iemand aan wie iets gegeven wordt; ontvanger; recipiënt |
destino | bestemming; doel; eindpunt; geadresseerde; reisbestemming | buurtschap; doel; doelvoorziening; fortuin; fortuintje; gat; gehucht; geluk; gelukkigheid; het gelukkig-zijn; levenslot; noodlot; ongelukkig lot; toekomst; toekomsten; voorland |
destino de viaje | bestemming; doel; eindpunt; reisbestemming | |
destino final | bestemming; doel; eindhalte; eindpunt; eindstation; reisbestemming; uiteindelijke doel | |
Not Specified | Related Translations | Other Translations |
apropriación | bestemming | |
destino | doel- | |
Other | Related Translations | Other Translations |
localización del transporte | bestemming |
Wiktionary Translations for bestemming:
bestemming
Cross Translation:
noun
-
het eindpunt van een route
- bestemming → destino
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• bestemming | → destino | ↔ destination — the place set for the end of a journey, or to which something is sent |
• bestemming | → destinación; destino | ↔ destination — emploi auquel une personne ou une chose devoir affecter ou usage qu’on en peut faire. |
• bestemming | → suerte; destino | ↔ destinée — destin particulier d’une personne ou d’une chose. |
External Machine Translations: