Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bezighouden:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bezighouden from Dutch to Spanish

bezighouden:

bezighouden verb

  1. bezighouden
    ocupar

Translation Matrix for bezighouden:

VerbRelated TranslationsOther Translations
ocupar bezighouden bewonen; zich bezighouden met

Wiktionary Translations for bezighouden:

bezighouden
verb
  1. de aandacht afleiden
  2. iets te doen geven
  3. zich bezighouden met iets

External Machine Translations:

Related Translations for bezighouden