Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. bijsmaakje:
  2. bijsmaak:
  3. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for bijsmaakje from Dutch to Spanish

bijsmaakje:

bijsmaakje [het ~] noun

  1. het bijsmaakje (niet pluis zijn)
    el regusto; el no ser agua limpia

Translation Matrix for bijsmaakje:

NounRelated TranslationsOther Translations
no ser agua limpia bijsmaakje; niet pluis zijn
regusto bijsmaakje; niet pluis zijn begin van bederf; nasmaak

Related Words for "bijsmaakje":


bijsmaak:

bijsmaak [de ~ (m)] noun

  1. de bijsmaak
    el resabio

Translation Matrix for bijsmaak:

NounRelated TranslationsOther Translations
resabio bijsmaak nasmaak

Related Words for "bijsmaak":


Wiktionary Translations for bijsmaak:

bijsmaak
noun
  1. een extra smaak die er eigenlijk niet bij hoort
  2. een minder aangename meewerkende factor