Summary
Dutch
Detailed Translations for bronzen from Dutch to Spanish
bronzen:
-
bronzen (bruinen)
Conjugations for bronzen:
o.t.t.
- brons
- bronst
- bronst
- bronzen
- bronzen
- bronzen
o.v.t.
- bronsde
- bronsde
- bronsde
- bronsden
- bronsden
- bronsden
v.t.t.
- ben gebronsd
- bent gebronsd
- is gebronsd
- zijn gebronsd
- zijn gebronsd
- zijn gebronsd
v.v.t.
- was gebronsd
- was gebronsd
- was gebronsd
- waren gebronsd
- waren gebronsd
- waren gebronsd
o.t.t.t.
- zal bronzen
- zult bronzen
- zal bronzen
- zullen bronzen
- zullen bronzen
- zullen bronzen
o.v.t.t.
- zou bronzen
- zou bronzen
- zou bronzen
- zouden bronzen
- zouden bronzen
- zouden bronzen
diversen
- brons!
- bronst!
- gebronsd
- bronzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Translation Matrix for bronzen:
Verb | Related Translations | Other Translations |
broncear | bronzen; bruinen | |
dorar | bronzen; bruinen | braden; vergulden |
poner moreno | bronzen; bruinen | |
Modifier | Related Translations | Other Translations |
de bronce | bronzen |
Related Words for "bronzen":
bronzen form of brons:
Translation Matrix for brons:
Noun | Related Translations | Other Translations |
bronce | brons |