Noun | Related Translations | Other Translations |
regalar
|
|
weggeven
|
Verb | Related Translations | Other Translations |
conceder
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
beamen; bevestigen; doneren; dulden; duren; geven; goedkeuren; goedvinden; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; laten; onderschrijven; permitteren; schenken; staven; toekennen; toelaten; toestaan; toestemmen; vergunnen; verlenen; verstrekken
|
dar
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
aanbieden; aangeven; aanreiken; afgeven; binnen gieten; distribueren; doneren; draaien; geven; gunnen; gunst verlenen; iemand iets toedienen; iets toekennen; ingeven; meegeven; meesturen; meezenden; ondervragen; overgeven; overhandigen; overhoren; ronddelen; schenken; toebedelen; toebrengen; toekennen; toesteken; toewijzen; uithoren; uitkeren; uitreiken; uitvragen; verdelen; verhoren; verlenen; verschaffen; verstrekken; wenden; zwenken
|
donar
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; schenken; vergeven; weggeven; wegschenken
|
otorgar
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
bedelen; begiftigen; beschenken; doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; inwilligen; schenken; toekennen; toestaan; vergunnen; verlenen
|
perdonar
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
doneren; excuseren; excuses aanbieden; geven; gunnen; gunst verlenen; in acht nemen; kwijtschelden; ontzien; schenken; sparen; vergeven; vergiffenis schenken; verontschuldigen; verschonen
|
regalar
|
cadeau doen; cadeau geven; schenken
|
doneren; geven; gunnen; gunst verlenen; schenken; vergeven; weggeven; wegschenken
|