Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. dansen:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for dansend from Dutch to Spanish

dansen:

dansen verb (dans, danst, danste, dansten, gedanst)

  1. dansen
    bailar

Conjugations for dansen:

o.t.t.
  1. dans
  2. danst
  3. danst
  4. dansen
  5. dansen
  6. dansen
o.v.t.
  1. danste
  2. danste
  3. danste
  4. dansten
  5. dansten
  6. dansten
v.t.t.
  1. heb gedanst
  2. hebt gedanst
  3. heeft gedanst
  4. hebben gedanst
  5. hebben gedanst
  6. hebben gedanst
v.v.t.
  1. had gedanst
  2. had gedanst
  3. had gedanst
  4. hadden gedanst
  5. hadden gedanst
  6. hadden gedanst
o.t.t.t.
  1. zal dansen
  2. zult dansen
  3. zal dansen
  4. zullen dansen
  5. zullen dansen
  6. zullen dansen
o.v.t.t.
  1. zou dansen
  2. zou dansen
  3. zou dansen
  4. zouden dansen
  5. zouden dansen
  6. zouden dansen
diversen
  1. dans!
  2. danst!
  3. gedanst
  4. dansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for dansen:

VerbRelated TranslationsOther Translations
bailar dansen trappelen

Related Words for "dansen":


Related Definitions for "dansen":

  1. je lijf op de maat van de muziek bewegen1
    • toen de muziek begon, ging Bas dansen1
  2. wild op en neer bewegen1
    • de letters begonnen voor mijn ogen te dansen1

Wiktionary Translations for dansen:

dansen
verb
  1. ritmisch bewegen

Cross Translation:
FromToVia
dansen bailar; danzar dance — move rhythmically to music
dansen menear; bailar jive — dance
dansen bailar; danzar danser — Traductions à trier suivant le sens