Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. declameren:
  2. Wiktionary:


Dutch

Detailed Translations for declameren from Dutch to Spanish

declameren:

declameren verb (declameer, declameert, declameerde, declameerden, gedeclameerd)

  1. declameren (hoogdravend praten; oreren)
  2. declameren (verzen voordragen; voordragen)

Conjugations for declameren:

o.t.t.
  1. declameer
  2. declameert
  3. declameert
  4. declameren
  5. declameren
  6. declameren
o.v.t.
  1. declameerde
  2. declameerde
  3. declameerde
  4. declameerden
  5. declameerden
  6. declameerden
v.t.t.
  1. heb gedeclameerd
  2. hebt gedeclameerd
  3. heeft gedeclameerd
  4. hebben gedeclameerd
  5. hebben gedeclameerd
  6. hebben gedeclameerd
v.v.t.
  1. had gedeclameerd
  2. had gedeclameerd
  3. had gedeclameerd
  4. hadden gedeclameerd
  5. hadden gedeclameerd
  6. hadden gedeclameerd
o.t.t.t.
  1. zal declameren
  2. zult declameren
  3. zal declameren
  4. zullen declameren
  5. zullen declameren
  6. zullen declameren
o.v.t.t.
  1. zou declameren
  2. zou declameren
  3. zou declameren
  4. zouden declameren
  5. zouden declameren
  6. zouden declameren
diversen
  1. declameer!
  2. declameert!
  3. gedeclameerd
  4. declamerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Translation Matrix for declameren:

NounRelated TranslationsOther Translations
despedir afdanken; afschaffen; aftreding; ontslaan; uit de dienst ontslaan
proponer poneren; stellen
VerbRelated TranslationsOther Translations
declamar declameren; hoogdravend praten; oreren opzeggen; reciteren; voordragen
declamar versos declameren; verzen voordragen; voordragen
despedir declameren; hoogdravend praten; oreren aan de dijk zetten; afdanken; afvloeien; afwijzen; congé geven; dwingen ontslag te nemen; ecarteren; eruit gooien; opsturen; posten; sturen; toezenden; uitwuiven; van zijn positie verdrijven; verzenden; wegsturen; wegzenden; weigeren
orar declameren; hoogdravend praten; oreren opzeggen; reciteren; voordragen
perorar declameren; hoogdravend praten; oreren
pronunciar un discurso declameren; hoogdravend praten; oreren opzeggen; reciteren; voordragen
proponer declameren; hoogdravend praten; oreren aanbevelen; aandragen; aanmerken; aanraden; aanvoeren; adviseren; een voorstel doen; iemand recommanderen; iets aanraden; ingeven; naar voren brengen; nomineren; opperen; poneren; raden; stellen; suggereren; te berde brengen; voordragen; voorslaan; voorstellen
recitar declameren; hoogdravend praten; oreren opzeggen; reciteren; voordragen

Wiktionary Translations for declameren:

declameren
verb
  1. letterkundige werken mondeling voordragen

Cross Translation:
FromToVia
declameren declamar declaim — recite