Summary
Dutch to Spanish:   more detail...
  1. disponibel:


Dutch

Detailed Translations for disponibel from Dutch to Spanish

disponibel:

disponibel adj

  1. disponibel (beschikbaar; vacant)

Translation Matrix for disponibel:

AdjectiveRelated TranslationsOther Translations
disponible beschikbaar; disponibel; vacant aanwezig; beschikbaar; beschikbare; in voorraad; op voorraad; oproepbaar; voorhanden; voorradig
libre beschikbaar; disponibel; vacant bandeloos; beschikbare; facultatief; in vrijheid; ledig; leeg; losbandig; niet verplicht; onbegrensd; onbelemmerd; onbepaald; onbeperkt; onbezet; ongebonden; ongebreideld; ongelimiteerd; vrij
ModifierRelated TranslationsOther Translations
vacante beschikbaar; disponibel; vacant buiten beheer; onbeheerd; onbewoond

Related Words for "disponibel":

  • disponibele

Related Translations for disponibel